06/10/2012

De Woede van Altidore

 

De grote, boze kop van Jozy Altidore was het bleke gezicht van de scheidsrechter tot op tien centimeter genaderd. De lippen van de spits van AZ bogen alle kanten op. Zonder een woord te kunnen verstaan, zag ik dat Altidore aan een indringende monoloog was begonnen.
Woede is een fascinerende uiting. De uitvoering luistert zeer nauw. Er zijn uitbarstingen waar omstanders steeds harder om gaan lachen. Er zijn ook bedreigende varianten denkbaar.
Ik heb eens laat in een kroeg gestaan waar een grote kerel – ik vermoedde het gebruik van een snuifje - zichzelf tot het toppunt van woede bracht. Er was niets aan de hand. Hij vroeg me waarom ik naar hem keek, begon vervolgens met stemverheffing te raaskallen en eindigde met vuurspuwende ogen.
Ik probeerde rustig te blijven en nam zo snel mogelijk de pleitvaart.
Altidore was het niet eens met het trekken van een rode kaart voor zijn natrappende collega Adam Maher. Toen zijn woordenstroom geen effect had, wilde hij de scheidsrechter met een cynisch applaus vernederen. De spits van AZ wenste als winnaar uit de scène te vertrekken.
Het was een verloren zaak. De scheidsrechter bleef hem de baas, trok twee keer geel en Altidore moest van het veld.
Tegen zijn coach Gertjan Verbeek beweerde de aanvaller dat hij geen verkeerde woorden tegen de scheidsrechter gebruikte. Tv-presentator Umberto Tan had direct na de wedstrijd van gisterenmiddag een andere mening: “Ik zag het F-word.”
Altidore is van Amerikaanse komaf. Amerikanen zijn het alleenrecht op het F-word kwijtgeraakt. Toch blijven ze meesters in de behandeling van het internationale scheldwoord. Fuck wordt op allerlei manieren uitgesproken.
Fuk. Fok. Fak.
Zonder Altidore gehoord te hebben, schat ik zijn fuck hoog in. Al blijft de meester van de fuck voor mij acteur Joe Pesci. In de film Goodfellas gebruikt hij het duizend keer en telkens hoor ik een nieuwe variant. Het mooist is fuck als je niet meer exact kunt horen of het woord met de klinker o, a of u is uitgesproken.
Gert-Jan Verbeek, zelf ook specialist in zelfbouwwoede, wist van Altidore dat hij ‘hele redelijke woorden’ had gebruikt, al was het op een pittige manier. De scheidsrechter vond het ‘behoorlijk agressief’. Hij had nog tot tien geteld om Altidore kans te geven te bedaren. Toen dat niet lukte, gaf hij een tweede gele kaart.
Altidore draaide zich om en keek verbaasd naar de rode kaart. Twee handen naar zijn borst. Me?
Daarna begon de schitterende afgang. Het kraagje van het shirt van Altidore stond rechtop in zijn nek. Hij had het zelf niet door. Altijd fijn als er aan een boef een rafelrandje zit.
In de catacomben pakte hij de onderkant zijn shirt beet. Hij wilde het over zijn hoofd trekken, maar kwam niet verder dan zijn wangen. Hij wreef met het shirt over zijn gezicht. Ging hij nog een clichématige trap tegen een deur geven?
De spits liep met een blauw shirt aan over een groene loper, tussen twee rode muren. Een filmset voor een spits die terecht naar de kleedkamer was gestuurd.
Altidore kon er met zijn kop niet bij. Hij liep de gang uit. De woede stond nog op zijn rug.